De dodentocht van Bornem, een jaarlijkse wandeling van 100km die meer dan 10.000 deelnemers trekt.
Onderweg geeft ongeveer 30% van de deelnemers op. De statistieken die de organisatoren zelf bekend maken laten enkele interessante trends zien. Zo valt o.m. op dat onder oudere deelnemers het relatief aantal opgaven beduidend lager ligt dan onder jongere deelnemers.
Een analyse die ik niet dadelijk ergens kon terug vinden is of de doorkomtijden aan de eerste controleposten enig voorspellend vermogen hebben voor het al dan niet uitlopen van de wandeling. Zijn deelnemers die later opgeven al te herkennen door hun lage snelheid over de eerste 10 kilometers? Of net andersom, zou het kunnen dat wie er te snel tegenaan gaat in het begin de eindmeet niet haalt?
Onderaan 2 grafieken die een verdeling van doorkomtijd weergeven (uitgedrukt in uren sinds de start om 21h) voor de editie van 2012. De eerste toont alle deelnemers die minstens post 2 (op ongeveer 7km) bereikd hebben. De tweede toont enkel deelnemers die de wandeling hebben uitgelopen.
Valt op dat de grafieken in vorm sterke gelijkenis vertonen. Op zijn minst op het eerste zicht lijkt de doorkomtijd niet bepalend voor het al dan niet afmaken van de oefening.
Dit wordt eveneens bevestigd in het tabelletje onderaan waar de gemiddelde doorkomtijd en spreiding aan elk van de posten in cijfers wordt vermeld. Onder de groep die de wandeling uitlopen is weliswaar een licht hogere gemiddelde snelheid waar te nemen maar niet significant.